Woordenschat: intelligentsia
gezamenlijke intellectuelen van een land of groep
Uitspraak
in-tel-lie-gen(t)-sie-(j)a
Woordfeit
Intelligentsia komt via het Russisch uit het Pools. In die taal betekende inteligencja aanvankelijk alleen 'intelligentie', maar in de negentiende eeuw kreeg het ook de betekenis 'gezamenlijke intellectuelen, mensen met intelligentie'. Daarmee werd destijds een nieuwe, belangrijke klasse van geschoolde arbeiders en hogeropgeleiden bedoeld.
Het Russisch nam het over als intelligentsija voor 'groep politiek-maatschappelijk actieve intellectuelen'. Dat woord raakte begin twintigste eeuw ook in andere landen bekend. In West-Europese talen werd de betekenis algemener: 'de gezamenlijke intellectuelen van een land of groep'.
De woorden intelligent(ie)/intelligentsia en intellect(ueel) hebben hetzelfde Latijnse woord als bron: intelligere of intellegere, dat 'waarnemen, begrijpen' betekent. Het komt van inter ('tussen, tussendoor') en legere ('lezen, uitkiezen'); samen drukt dat 'tussen de regels of beelden door lezen' uit, en daaruit is de betekenis 'gewaarworden, inzien, begrijpen' voortgekomen.